Hier vindt u de bijdrage van Toon van Dijk tijdens het debat op 12 april 2012 over het vertrek van wethouder Steunenberg en de gevolgen daarvan.
Voorzitter,
Het is altijd goed terug te kijken. In dit geval is het goed terug te kijken naar de gebeurtenissen van twee weken geleden in deze zaal. Ook is het goed terug te kijken naar het optreden en de uitlatingen van de door de coalitiepartijen weggebonjourde wethouder Steunenberg. Zowel in het college alsook na haar vertrek.
Voorzitter, twee weken geleden hebben we kunnen zien wat naastenliefde in CDA kringen werkelijk betekent. Met een nietszeggende en geen enkel inhoudelijk argument bevattende toespraak zegde de fractievoorzitter van het CDA namens de coalitiepartijen het vertrouwen op in haar eigen wethouder. Tegen wil en dank kreeg het CDA door VVD en PvdA de taak aangereikt om de Judasrol te vervullen en haar eigen wethouder te slachtofferen. Het CDA accepteerde die rol omwille van de instandhouding van de coalitie. Men had alleen geen rekening gehouden met een tegenstribbelend slachtoffer. Gelukkig was de oppositie genadig en viel het zwaard nog die avond.
Diezelfde avond bleek uit de toespraak van wethouder Steunenberg al waarom zij uit de weg geruimd moest worden. Achter het masker van starre collegestandpunten ging een bestuurder schuil die had ingezien dat standpunten van de oppositie met betrekking tot het parkeren in Almere Buiten en de verdeling van geld over oude en nieuwe stad, over Almere en 'Adrimere'; dat die oppositiestandpunten verstandige standpunten waren. Standpunten die gedragen werden door de ondernemers in Almere Buiten en de mensen in de stad. Standpunten die zij bij nader inzien ook huldigde en waarvoor zij in het college wilde vechten. Maar dat Voorzitter, werd haar niet in dank afgenomen. Dat was lastig. En Barbertje moest dus hangen.
Voorzitter, de PVV wenst van het CDA en de CU te vernemen hoe zij, los van haar optreden in deze raad, denken over de inhoudelijke opvattingen van hun vertrokken wethouder, meer in het bijzonder op het gebied van het parkeren in Buiten en de aandacht voor de bestaande stad. Steunen zij die opvattingen of huldigen zij de starre lijn van haar coalitiepartners?
Het is de PVV voorts duidelijk geworden dat een nieuwe wethouder qua inhoud niet op dezelfde wijze uitvoering aan haar portefeuille zal kunnen geven als de thans vertrokken wethouder. Die nieuwe wethouder zal, tenzij het Oostvaardersakkoord wordt opengebroken (daar horen we het college zo nog over), naar de spreekwoordelijke pijpen van de grote coalitiepartners moeten dansen. Denken CDA en CU onder deze omstandigheden nog wel een relevante en betekenisvolle rol binnen de coalitie te kunnen vervullen of schikken zij zich eenvoudig in hun rol van zetelvulling ten behoeve van de meerderheid van de coalitie?
Voorzitter, het zijn deze vragen die mijn fractie bezig houden. En het zijn de antwoorden die mogelijk hoop bieden voor de noodlijdende ondernemers in Buiten die iedere dag opnieuw moeten aankijken tegen een kerkhof van betaalautomaten i.p.v. een goedgevuld parkeerterrein met tevreden winkelaars. Het zijn die antwoorden die mensen in de bestaande stad hoop bieden op een overheid die weer aandacht heeft voor haar kerntaken op het gebied van onderhoud van wijken en het inrichten van speelplaatsen in plaats van de heilig verklaarde Schaalsprong. Aan het CDA en de CU zeg ik dus: U heeft de sleutel, u kunt die hoop doen leven. Breek open dat akkoord!