Hieronder treft u de de bijdrage aan van de PVV bij de behandeling van de Voorjaarsnota d.d. 10 juni 2012.
Voorzitter,
Het gaat niet goed met Almere. Uit de voorjaarsnota blijkt dat de ingezette bezuinigingen geen sluitende begroting meer opleveren. Dit college wijst met de vinger naar de crisis als het gaat om het aanwijzen van de oorzaak van de financiële neergang. Maar dat is de PVV wat te makkelijk. Dit college heeft gewoon te lang in sprookjes geloofd. En het college gelooft ook nu nog in sprookjes.
Onder de leiding van dit college is Almere verworden tot de grootste zandbak van Nederland. We hebben een schrikbarende voorraad bouwgrond die het gevolg is van de wens om groter en groter te groeien. Bouwgrond die nauwelijks te verkopen is en het is niet te verwachten dat die situatie de aankomende jaren zal veranderen. De PVV is van mening dat het door dit college geschetste toekomstscenario als het gaat om grondverkopen veel te rooskleurig is en dat werkelijkheid zich ver beneden die rode lijn, het zogenaamde 0-scenario, zal afspelen. Dat zal miljoenenverliezen tot gevolg hebben. Als deze nachtmerrie zich realiseert dan zal dit college daar de volle verantwoordelijkheid voor dienen te dragen.
Voorzitter, we moeten afscheid nemen van onze groeiambities. De blik dient nu naar binnen gekeerd te worden, naar de bestaande stad. We moeten stoppen met de ontwikkeling van nieuwe gebieden, we moeten stoppen met de Schaalsprong. En vz, we moeten de wens om de Floriade te organiseren, loslaten. De PVV acht de kans dat de organisatie van deze tentoonstelling op een financieel fiasco uitdraait eenvoudigweg te groot. Een onverantwoord risico waarvan het prijskaartje ook weer bij de Almeerse burgers terecht komt en waarvoor de PVV geen verantwoording wenst te dragen.
Een ander sprookje waarin dit college tegen beter weten in blijft geloven is het sprookje van de kostendekkende parkeerexploitatie. De PVV is van mening dat afscheid genomen moet worden van de gedachte dat onder de huidige omstandigheden een kostendekkende parkeerexploitatie bereikt kan worden. In Stad is de rek er qua stijging van de parkeertarieven uit. We zien nu al een terugloop van het aantal parkeerbewegingen en de parkeertijd. In Buiten is de invoering van betaald parkeren een drama geworden. Niet alleen voor de financiën van de gemeente maar vooral ook voor de ondernemers. De inkomsten zijn desastreus en te denken dat het betaald parkeren in Buiten zal zorgdragen voor dekking is naïef.
De PVV is van mening dat de oplossing ligt in de afwaardering van de veel te dure parkeergarages. Daarmee kan een beheersbaar kostenniveau gecreëerd worden en kan in de toekomst met redelijke parkeertarieven een kostendekkende exploitatie worden bereikt.
Deze voorstellen kosten geld. En dat geld kan gevonden worden in het ook in deze crisistijd almaar uitdijende subsidiespook. De nettosubsidielasten stegen in 2011 met meer dan 5 miljoen euro t.o.v. 2010 naar een bedrag van 82,5 miljoen euro. De PVV pleit voor een subsidieplafond ter hoogte van 10% van de totale begroting. De besparing wordt gereserveerd om de afwaardering van de parkeergarages en de exploitatietekorten van het parkeren in de aankomende jaren op te vangen.
Geld is ook te vinden in de eigen organisatie. Uit het Berenschot rapport blijkt dat Almere in de staffuncties ten opzichte van vergelijkbare gemeenten nog altijd zo’n 100 fte’s te zwaar is. En dus moet de gemeente op dieet. Het overtollige vet moet er af. De besparingen moeten ten gunste van de burger komen in de vorm van lastenverlagingen.
De rekening kan en mag niet telkens weer bij de burger worden neergelegd. Dat doet FC Kunduz al.